Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zou [9]het recht voor Zijn aangezicht [10]ordentelijk voorstellen, en mijn mond zou ik [11]met verdedigingen vervullen. 9. Dat is, mijn rechtzaak. Vergelijk Num.27:5, en 1 Kon.8:45. 10. Dat is, ordelijk aandienen, beleiden en verweren. 11. Dat is, met redenen om mijn zaak te verdedigen; te weten, om te tonen en waar te maken dat ik geen huichelaar ben, waarvoor ik van deze mijn vrienden gehouden word. Zie van het Hebreeuwse woord boven, hfdst.13 vs.6.